Calculator
NHG fractuurrisico (versie nov. 2024)
Leeftijd
(0) Leeftijd ≥40 (t/m 49 jr.)
(0) Leeftijd ≥50 (t/m 59 jr.)
(1) Leeftijd ≥60 (t/m 69 jr.)
(2) Leeftijd ≥70 (t/m 74 jr.)
(2) Leeftijd ≥75
Opmerking: Deze risico calculator is bedoeld voor 40 jaar en ouder, kies een leeftijdscategorie.
Laag risicogroep
Uitleg
Behandeltabel:
Obv uitkomst BMD/FVA en risico-groep
VFA (Genant gradering) |
0 = geen | 1 = (20-24%) | 2 = (25-39%) | 2 x 2 = (25-39%) | 3 = (≥40%) | |
BMD (T-score) |
risicogroep | |||||
> -1,0 | ||||||
groep 1 | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | |
groep 2 | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | |
groep 3 | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | geen behandeling | |
-1,0 tot -1,5 | ||||||
groep 1 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | behandelen | behandelen | |
groep 2 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | behandelen | behandelen | |
groep 3 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | behandelen | behandelen | |
-1,5 tot -2,0 | ||||||
groep 1 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
groep 2 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
groep 3 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
-2,0 tot -2,5 | ||||||
groep 1 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
groep 2 (40jr / pred Hoog) |
behandelen | behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
groep 2 (50jr / pred Laag) |
behandelen | behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
groep 3 | geen behandeling | geen behandeling | behandelen | verwijzen | verwijzen | |
≤ -2,5 | ||||||
groep 1 | behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | verwijzen | |
groep 2 (40jr / pred Hoog) |
behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | verwijzen | |
groep 2 (50jr / pred Laag) |
behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | verwijzen | |
groep 3 (60jr) |
behandeling overwegen | behandeling overwegen | verwijzen | verwijzen | verwijzen | |
groep 3 (70jr) |
behandelen | behandelen | verwijzen | verwijzen | verwijzen |
Toelichting
Bij alle patiënten:
Voorlichting en advies
- Geef leefstijladvies (zie Praktijkhandleiding Leefstijl).
- Geef voorlichting bij verhoogd valrisico, zoals relatie met alcoholgebruik, verminderde visus en verminderde balans.
- Adviseer gezonde voeding met een calciuminname van 1000-1100 mg/dag.
- Adviseer geen alcohol te drinken of maximaal 1 glas per dag en adviseer te stoppen met roken, indien relevant.
- Adviseer ≥ 2,5 uur per week te bewegen en regelmatig naar buiten te gaan met blootstelling van de huid aan buitenlicht.
- Ga na of valrisicoverhogende medicatie gestopt, aangepast of vervangen kan worden.
Vitamine D3
Als er sprake is van vitamine D < 30 nmol/l maak onderscheid tussen:
- bij verlaagd calcium: verwijs naar internist voor verder onderzoek naar osteomalacie
- bij klachten passend bij osteomalacie: overleg met internist
- bij normaal calcium en geen klachten passend bij osteomalacie: geef eerst vitamine D3 800IE/dag gedurende 6 weken alvorens te starten met medicamenteuze fractuurpreventie.
- Adviseer bij een indicatie voor medicamenteuze behandeling voor fractuurpreventie vitamine D 1 dd 800 IE (= 20 microg).
- Bij een vitamine D-spiegel < 30 nmol/l met normaal calcium en geen klachten: geef eerst vitamine D3 800IE/dag gedurende 6 weken alvorens te starten met medicatie voor fractuurpreventie.
Calcium
Adviseer calciumcarbonaat:
- 1000 mg/dag bij inname van < 2 standaard zuivelproducten per dag
- 500 mg/dag bij inname van 2-3 zuivelproducten per dag en bij kwetsbare ouderen
Bij verhoogd valrisico:
Inventariseer het valrisico bij patiënten die in het afgelopen jaar ≥ 2 keer gevallen zijn:
- beperking van de mobiliteit (balans, lopen (met hulpmiddel), spierkracht)
- angst om te vallen
- alcoholgebruik
- valrisicoverhogende medicatie, zoals benzodiazepinen, bloeddrukverlagende middelen, opioïden en tricyclische antidepressiva (zie ook detail Inschatting van het valrisico)
- somatische comorbiditeit:
- brilgebruik/verminderde visus, gehoorstoornissen
- duizeligheid (orthostatische hypotensie, vestibulaire duizeligheid)
- voetproblemen, zoals neuropathie
- urine-incontinentie
- stemmingsstoornissen
- cognitieve problemen
Verhoogd risico
Medicamenteuze behandeling
Bij een indicatie voor medicamenteuze behandeling voor fractuurpreventie na uitsluiting van secundaire osteoporose (zie ook het laboratoriumonderzoek in de paragraaf Aanvullend onderzoek):
- besluit gezamenlijk over het instellen van medicamenteuze behandeling.
- Eerste keus is een bisfosfonaat: alendroninezuur oraal wekelijks 70 mg of risedroninezuur oraal wekelijks 35 mg:
- ’s ochtends nuchter innemen met groot glas water, daarna 30 minuten rechtop en nuchter blijven
- bij eGFR < 30, leeftijd ≥ 75 jaar of beperkte levensverwachting: facultatief denosumab 60 mg s.c. 2 × per jaar
- bij gebitsklachten: adviseer gebitssanering (zie Gebitssanering).
Controles
- Controleer de therapietrouw 3 maanden na start bisfosfonaat, daarna jaarlijks.
- Evalueer orale bisfosfonaten na de standaard behandelingsduur van 5 jaar. Vervolg eventueel met een tweede cyclus van 5 jaar (voor behandelopties en vervolgbeleid zie tabel h4).
Consultatie en verwijzing
Internist
- Risicogroep 1 (patiënten ≥ 50 jaar met wervelfractuur), afhankelijk van aantal en ernst van de wervelfracturen gevonden bij aanvullend onderzoek (zie tabel h4).
- Risicogroep 2 (patiënten ≥ 40 jaar met ≥ 4 stootkuren per jaar of > 3 maanden systemisch glucocorticoïdengebruik) in verband met een zeer hoog fractuurrisico (zie tabel h3).
- Bij vermoeden van secundaire osteoporose met uitzondering van systemische glucocorticoïden die zijn gestart door de huisarts of vitamine D-deficiëntie.
- Bij een indicatie voor denosumab (zie Denosumab) of intraveneus zoledroninezuur of (zie Bisfosfonaten).
- Bij (vermoeden van) zeldzame bijwerkingen (osteonecrose van de kaak, spontane femurfracturen) door orale bisfosfonaten of denosumab.
- Bij overwegen te stoppen met denosumab.
- Bij osteoporose na de standaard behandelingsduur van orale bisfosfonaten (2 behandelcycli van 5 jaar, zie tabel h4).
Geriater of specialist ouderengeneeskunde (valpoli)
- Verwijs patiënten ≥ 65 jaar voor multifactoriële valrisicobeoordeling bij meerdere valrisicofactoren, herhaaldelijk vallen, val met bewustzijnsverlies en/of polyfarmacie, ernstige comorbiditeit.
- Verwijs patiënten met onvoldoende baat bij interventie door eerstelijns beweegspecialist (fysiotherapie of ergotherapie).
Fysio- of oefentherapeut
Verwijs voor uitbreiding van de lichaamsbeweging, begeleiding bij complexe comorbiditeit, mobiliteitstest, balans- en krachttraining.
Diëtiste
Overweeg verwijzing voor adviezen over gezonde voeding.
Literatuur
Over...
De fractuurrisico schatter is gebaseerd op de NHG standaard Fractuurpreventie M69
NHG standaard Fractuurpreventie M69
NHG standaard Fractuurpreventie M69 (2024) Utrechtn(NL)